Welk een rijkdom om met twee gelijkwaardige koren die dezelfde dirigent hebben een concert te kunnen geven en zo een robijnen jubileum en een negende lustrum te vieren. De mogelijkheden die dat gezamenlijke vieren bood werden optimaal benut door koorwerken in renaissance en vroegbarokstijl en nieuwe koormuziek – van uitbundig en virtuoos tot zeer ingetogen – met elkaar te verbinden. Terecht droeg het concert de titel ‘Magnifiek’.
Door: Mattie De Schepper
Inspirerende programmakeuze, programmaboekje
Het ‘Magnificat’ stond centraal en werd afgewisseld met Lofgezangen en Psalmen. Vóór de pauze klonk de toen gangbare ‘cori spezzati’ stijl, waarbij stemgroepen elkaar separaat dan wel alternerend toezingen in werken van componisten die in Venetië geïnspireerd raakten door de ruimtelijke akoestiek van de San Marco; Giovanni Gabrieli, Claudio Monteverdi, Heinrich Schütz en Antonio Vivaldi. Het programmaboekje was, eigen aan het Roois kamerkoor, uitermate goed verzorgd en voorzien van achtergrondinformatie en van teksten met vertaling. Ik was blij dat ik het op voorhand kon inlezen. Na de pauze klonken hedendaagse koorpareltjes van John Tavener en van Arvo Pärt. Het ‘Magnificat’ van zijn hand dat als slotstuk uitgevoerd werd, was de kwalificatie ‘Magnifiek’ waardig.
Gebundelde krachten en instrumentale bezetting en solisten
Een gouden greep van dirigente Monique Joosten – getuigend van inzicht in vocale mogelijkheden – om beide koren samen te brengen dan wel te verdelen of te mixen. Hierdoor werd gewonnen aan homogeniteit en klankkleur zodat zowel hoge als diepe tonen zelfzeker en gedragen konden klinken. Dit was te horen bij de psalmen en het aangrijpende gebrachte ‘The deer’s cry’ van Arvo Pärt en het
alternerend gezongen Alleluia van Tavener.
Alle lof voor het strijkkwartet met Lieke Daniëls en Judith Noordzij – viool, Isaac Poels- altviool en Evita van Dam – cello die samen met Axel Wenstedt en Louis Joosten – orgel en klavecimbel borg stonden voor een verrijkende solide instrumentale bezetting. In Vivaldi’s duet als onderdeel van zijn Magnificat klonken de stemmen van Maria Appünn – sopraan en Femke Van Eijck-Leermakers – voortreffelijk en getuigend van gedegen solistische scholing. Femkes sonore stem was van grote schoonheid in het ingetogen ‘Eonia’ van Tavener. Alle lof voor het strijkkwartet met Lieke Daniëls en Judith Noordzij – viool, Isaac Poels- altviool en Evita van Dam – cello die samen met Axel Wenstedt en Louis Joosten – orgel en klavecimbel borg stonden voor een verrijkende solide instrumentale bezetting. In Vivaldi’s duet als onderdeel van zijn Magnificat klonken de stemmen van Maria Appünn – sopraan en Femke Van Eijck-Leermakers – voortreffelijk en getuigend van gedegen solistische scholing. Femkes sonore stem was van grote schoonheid in het ingetogen ‘Eonia’ van Tavener.
Twee verschillende concerten en hoogtepunten
Ik ben blij dat ik zowel het concert in Eindhoven als dat in het kerkje van Breugel heb kunnen bezoeken. In Eindhoven vroeg het enige tijd om grip te krijgen op een totaalklank, pas bij de dubbelkorige Schütz, kon ik een ‘thuiskomen! ervaren. Ook al was het een heel goed concert miste ik wat aan resonantie en versmelten van het klankbeeld. In Breugel, in een tot de laatste stoel bezette kerk, klonk alles veel warmer en meer gedragen. Het luistergenot was hier een stuk hoger. Hoogtepunten waren zeker het motet ‘Beatus Vir’ van Monteverdi voor zesstemmig koor, twee violen en basso continuo, Arvo Pärts ingetogen gezongen ‘Deer’s cry’ en zijn loepzuiver gezongen Slavisch Orthodox klinkende Psalmen. Een compliment aan de dragende mannenpartij en indrukwekkende fluisterzang in Taveners ‘Song for Athene’. Alle waardering en dank voor dit concert, het was echt Magnifiek!